Ankeiler: ,,Hier kan ik mij beter concentreren’’, lacht de 19-jarige Duygu Kalkankiran.

,,Hier kan ik mij beter concentreren’’, lacht de 19-jarige Duygu Kalkankiran. Ze zit in een van de studiecabines in de bibliotheek in Vaassen en werkt aan een schoolopdracht voor haar opleiding Gezondheid & Technologie aan het Saxion in Deventer. ,,Thuis ben ik snel afgeleid en als ik hier zit moet ik ook echt van mijzelf aan het werk.’’ Het is twee uur op een maandagmiddag en de toekomstig verpleegkundige heeft zich voorgenomen tot zeker vijf uur te blijven blokken.

Uit het onlangs verschenen Jaarverslag 2022 van de Bibliotheek Noord-Veluwe blijkt dat voor steeds meer mensen de vestigingen van de bieb een tweede huiskamer vormen. Een plek waar ze geregeld even binnenwippen om een kop koffie te drinken en een krantje of een tijdschrift te lezen of om - zoals in het geval van Duygu – rustig te kunnen studeren. Bibliotheek-directeur Hetty van de Weg is enorm blij met deze ontwikkeling: ,,Dit is exact de kant die we op willen. Als bibliotheek willen wij voor iedereen de vanzelfsprekende plek zijn waar je komt om te verblijven, boeken te lenen, huiswerk te maken, een taalcursus te volgen of om te leren omgaan met de digitale overheid.’’

In de praktijk is te zien waar Van de Weg op doelt. Op een andere plek in de Vaassense bibliotheek klinken opgetogen stemmen. Het zijn de zussen Elin (6) en Lara (8) Bourgonje. Ze vermaken zich in het gezelschap van ‘oma Nellie’ met een potje Zomerbingo op de multi-touch-table. Een bezoek aan de bieb is vaste prik bij dit trio. ,,Vroeger was ik zelf een echte bibliotheek-klant’’, vertelt Nellie, ,,maar nu verzorg ik ‘de bieb’ bij de meiden.’’ En dat is 1 x in de 4 weken. Dan zijn de boeken uit en worden er nieuwe gehaald. Bij Elin zijn ‘My Little Pony’-boeken favoriet, bij Lara ‘Het leven van een muts’. Voor een bezoek aan de bieb wordt al snel drie kwartier uitgetrokken. Oma Nellie: ,,De tijd vliegt hoor met boeken uitzoeken en een spelletje doen.’’

Ramadan

Op deze maandagochtend is het is nog erg rustig in de bibliotheek in MFC De Marke in Hattem. Een eenzame bezoekster struint met haar mobieltje aan het oor tussen de rekken met boeken. In verband met de Ramadan is er geen belangstelling voor het Taalcafé dat er van 10 tot 11.30 uur wordt gehouden. Geen nood, zegt begeleider en Taalpuntdocent Saskia Kuiling: ,,Er is nu even ruimte voor andere zaken en na de Ramadan wordt ons Taalcafé als vanouds weer goed bezocht hoor.’’

Ze maakt van de gelegenheid gebruik om bij te praten met twee taalvrijwilligers die haar bijstaan: Wies Dubbelboer en Hanny Leskens. Wies is al zes jaar actief als vrijwilliger bij de bibliotheek, Hanny is alweer met haar tweede jaar bezig. Hanny heeft een achtergrond als juf op een basisschool, Wies is pedagogisch geschoold met een specialisatie voor kinderen met leerproblemen. Het werk als vrijwilliger geeft veel voldoening. Wies: ,,Ik merk iedere keer weer hoe leuk ik het vind om mensen iets te leren.’’ En Hanny: ,,De mensen die je leert kennen, de culturele verschillen waar je mee in aanraking komt, dit werk is ook echt een verrijking voor mijzelf.’’

Saskia Kuiling prijst zichzelf gelukkig met dit gemotiveerde duo. ,,Samen helpen we tussen de 25 en 30 mensen met de basisvaardigheden lezen en rekenen. We helpen hen ook digitaal vaardiger te worden. Zodat iedereen mee kan blijven doen in deze maatschappij. Het belang van het ontwikkelen van deze vaardigheden gaan we dit jaar ook onder de aandacht brengen bij bedrijven in deze omgeving.’’

Kleine IJsbeer

Bij de bibliotheek in de Heerd in Heerde rolt Annemarie Kingma zoontje Jonathan (4, ‘bijna 5’) in zijn wandelwagen richting de boekenkast met reserveringen. Ze komen niet voor niets, het boek ‘Kleine IJsbeer’ staat keurig voor Jonathan klaar. ,,Wij zijn echte bibliotheekgangers hoor’’, lacht zijn moeder. ,,Ik denk dat wij wel zo’n twintig boeken in de drie weken lenen. Prenten- en informatieve boeken voor Jonathan.’’ Annemarie kwam via BoekStart in aanraking met het aanbod van de bieb voor haar kindje: ,,Dat was echt ideaal. Op de commode begon het al. Liet ik hem een boekje met plaatjes zien. Daar werd hij rustig van.’’ Met haar pabo-achtergrond weet ze hoe belangrijk lezen is voor de ontwikkeling van een kind. ,,Jonathan is gek op boeken. Ik lees veel voor. Dat begint al bij het ontbijt, maar ook bij de lunch en op andere momenten. Behalve bij het avondeten, dan praten we met papa.’’

Ontwikkelen, taal, scholing, ontmoeten. Het zijn kernwoorden die als een rode draad de verschillende vestigingen van de Bibliotheek Noord-Veluwe in de gemeenten Elburg, Epe, Hattem, Heerde en Oldebroek met elkaar verbinden. En samenwerking, creativiteit en laagdrempeligheid vormen daarbij de sleutelwoorden. Neem nou het Textiellab. Een creatieve samenwerking van Taalpuntdocenten van de bieb en mensen van het Cultuurplein Noord Veluwe. Onder leiding van kunstenares Herma de Ruiter is een klein groepje dames op een dinsdag druk met naald en draad, kleurrijke stoffen en verschillende patronen. Terwijl De Ruiter twee allochtone dames de werking van de naaimachines uitlegt, legt Taalpunt-vrijwilliger Dineke Oosterhout de doelstelling van de bijeenkomst uit: ,,Op een gezellige manier creatief bezig zijn in combinatie met taal.’’ Ze voelt zich als een vis in het water: ,,Dit is ook voor mij heel erg leuk. Het combineert mijn ‘juffie-zijn’ – ik kom uit het onderwijs – en mijn creativiteit. Ik heb namelijk quilten als hobby.’’

Ze vertelt dat steeds meer mensen de weg naar het Textiellab weten te vinden. Allochtonen, autochtonen, in wisselende aantallen. Een van hen is Tineke Schaapman. Ze is deze dag bezig met borduurtechnieken. ,,Ik woon nog niet zo lang in Heerde en ben hier vooral om andere mensen te leren kennen. Ook uit andere culturen’’, legt ze uit. Ze verruilde twee jaar geleden Haarlem voor de Veluwe: ,,Ik ga nooit meer terug’’, lacht ze.

Appelflappen

In buurthuis Vegtelarij in Epe is het een gezellige drukte. De Taalkeuken is er in volle gang. Het is een van de succesnummers van de Taalpuntdocenten van de bibliotheek. En ook hier gaat het om een samenwerkingsverband. Dit keer met welzijnsorganisatie Koppel-Swoe. Sociaal-werker Bilge Yeleser en Taalpunt-docent Margriet Breet oefenen de Nederlandse taal met een enthousiaste groep vrouwen van wel acht verschillende nationaliteiten. Ondertussen wordt er geschaafd, gesneden, geraspt en gekookt. En aan het eind wordt er samen gegeten. Dit keer staan onder meer bloemkoolsoep en een quinoa-salade op het menu.

,,Dit is deeg voor de… eh…’’, Michelle Awuor uit Kenya pakt het recept er even bij, ,,Voor de appelflappen!’’. Michelle is op vakantie in Nederland. Voor drie maanden en op bezoek bij haar moeder en zus die in Epe wonen. Ze heeft zich voor de Taalkeuken aangemeld uit ,,interesse voor de taal en andere culturen.’’

Margriet Breet hoort het met een glimlach aan. Geduldig loodst ze de deelnemers langs de valkuilen van de Nederlandse taal. Neemt de tijd om woorden en zinnen te oefenen. ,,Je leert de taal beter door samen bezig te zijn’’, vertelt ze. In dit geval samen koken en eten. Breet: ,,Koken is in veel culturen belangrijk en daarmee een verbindende gemeenschappelijke passie. We zijn nieuwsgierig naar elkaars smaken en delen recepten en kooktechnieken. En dat alles met de Nederlandse taal als leidraad. En het werkt. Je haalt mensen thuis van de bank en je prikkelt ze om verder te gaan oefenen met de nieuwe taal.’’

Aan een andere tafel zijn drie dames druk met bloemkool. Het zijn taalvrijwilliger Lia Hollak, Maria Valencia uit Colombia en Judy van Hulten uit Zuid-Afrika. Van Hulten is 1 jaar in Nederland en haar Zuidafrikaanse tongval is nog duidelijk te herkennen. Valencia is hier al 18 jaar en is lovend over te Taalkeuken: ,,Het is erg leuk om samen te praten, koken, eten en recepten te delen. Ik leer hier veel.’’

Bankzaken

Het is vrijdagmorgen. In de bibliotheek in Epe zitten Gerrit Bos, Ben Kluft, Do Jens en José Winklaar geconcentreerd voor hun laptop. Ze nemen deel aan de cursus Klik & Tik van de Bibliotheek Noord-Veluwe, waarbij ze zich in eigen tempo de werking van computers en het internet eigen maken. Aan het eind ligt er een heus certificaat voor ze klaar. Maar voor het zover is moeten er eerst vier modules met succes worden doorlopen. Dat begint heel simpel met een startprogramma waarmee geleerd wordt om te gaan met de muis. Daarna volgen een algemene basismodule, een module over omgaan met het internet en als laatste een module over veilig internet gebruik.

José Winklaar (74) begint deze ochtend aan de laatste module. Hij komt oorspronkelijk van Bonaire maar woont al 56 jaar op de Veluwe, waar hij in Emst de liefde vond. Het werd voor hem de hoogste tijd om computervaardigheden aan te leren, legt hij uit. ,,Je kunt eigenlijk niet meer om internet heen. En het is ongelofelijk makkelijk wanneer je daarin de weg weet. Via internet contact houden met de familie, een treinkaartje kopen of een vakantie boeken, het kan allemaal met een paar klikken.’’ Maar zijn belangrijkste drijfveer om aan de cursus deel te nemen: ,,Leren online bankzaken te doen. Nu doet mijn vrouw dat meestal. Maar we worden steeds ouder en het is niet vanzelfsprekend dat dat zo blijft, dus is het goed dat ik dat zelf ook kan.’’

💬 Mail ons!
Heb jij een tip of opmerking? Mail naar de redactie: info@locomediagroep.nl.

Meer over

Deel dit artikel